In De geheugenpolitie hebben personages geen controle over hun herinneringen. Op een eiland zonder naam, of zijn mensen de naam vergeten?, verdwijnt steeds meer. Letterlijk, als object, en figuurlijk, uit iemands geheugen. Er verdwijnen zaken als hoeden, linten, vogels en rozen. De verdwijningen nemen, aldus de flaptekst, steeds serieuzere proporties aan. Zij die angstvallig proberen vast te houden aan datgene dat wordt uitgewist, worden opgepakt door de geheugenpolitie en keren nooit meer terug. Anderen accepteren hun verlies. Ze kunnen zich immers dat wat verloren is en de emotionele waarde ervan, niet meer herinneren. De geheugenpolitie roept meer vragen op dan het antwoorden geeft, maar dat is tevens de kracht van het boek.
We kennen het als schrijver allemaal. Dat gevoel dat je niet goed genoeg bent en dat misschien ook wel nooit zult worden. Dergelijke negatieve gedachtes kunnen zorgen voor een ware writer’s block. Hier heb ik zelf jarenlang last van gehad. Pas na mijn studie Nederlandse literatuur en cultuur durfde ik de pen weer op te pakken en mezelf toe te staan fouten te maken. Het boek Fearless Writing van William Kenower heeft mij daarbij geholpen.
In Layers krijgt de zeventienjarige dakloze Dorian een tweede kans wanneer hij door Bornheim, een rijke zakenman, wordt opgenomen in de “Villa”. Hij krijgt onderdak, scholing, kan socializen met leeftijdsgenoten, en het enige wat daartegenover staat, is dat Dorian wat banale klusjes moet uitvoeren zoals flyeren voor goede doelen en pakjes afgeven. Dit alles verandert als Dorian een Master Visioner in handen krijgt en hij de rest van het verhaal besteedt aan vluchten en worstelen met de realiteit.